Omdat de volksjury schitterend werk heeft geleverd…

Dinsdag 28 juli 2024 kregen we – na heel lang wachten – een uitspraak in het terreurproces over de aanslagen van 22 maart 2016 in Zaventem en Brussel. Het assisenproces duurde zeven maanden. Na een beraad van achttien dagen – het langste in de Belgische rechtsgeschiedenis – viel eindelijk het verdict: zes beschuldigden schuldig over heel de lijn, twee enkel aan deelname aan een terroristische organisatie.

Volgens gerechtsjournalist Gust Verwerft bewees het assisensysteem zijn meerwaarde.

 De assisenprocedure ligt al langer onder vuur. Die zou niet meer van deze tijd zijn en te veel geld en middelen opslorpen. In een tijd waar experten het hoge woord voeren, vinden tegenstanders dat we rechtspraak beter volledig in handen geven van beroepsmagistraten. Die zouden efficiënter zijn dan een volksjury en oordelen met meer kennis van zaken. Gust Verwerft is het daar absoluut niet mee eens. ‘Mijn grootste wapenfeit is dat ik, samen met andere verbolgen juristen en burgers, de opheffing van het assisenhof in 2017 voor het Grondwettelijk Hof kon laten terugdraaien.’

Meerwaarde aangetoond

Verwerft: ‘Ondanks alle tegenwerking in de aanloop naar het proces heeft voorzitter Laurence Massart alles in goede banen weten te leiden. Tegenstanders van assisen hoopten dat zo’n monsterproces met een volksjury onwerkbaar zou blijken. Wat dus niet gebeurde.’

Verwerft is vooral vol lof over de leden van de jury. ‘Die hebben schitterend werk geleverd. Tijdens het proces waren ze bijzonder gemotiveerd. En daar zit net de meerwaarde van assisen. Gewone burgers buigen zich over de schuldvraag en kunnen bijkomende vragen stellen om de waarheid naar boven te halen. In een gewoon proces gebeurt dat niet, waardoor veel vragen onbeantwoord blijven.’

Maatschappelijk louterend

Ook de verdediging krijgt in een assisenproces meer ruimte om te spreken. ‘Het is voor onze maatschappij belangrijk dat het hele verhaal verteld kan worden. Dat werkt niet alleen louterend maar biedt ook inzicht in wat de daders drijft. Zo hebben we nu uit de mond van een van de beschuldigden kunnen horen hoe hij onder de indruk was van wat er in Syrië gebeurde. Hij sprak over de gevolgen van de bombardementen van de geallieerden op de burgerbevolking. De woede en verontwaardiging die hij daardoor ervaarde heeft hem aangespoord om tot actie over te gaan en zich bij de terreurcel aan te sluiten. Maar hij gaf na zijn tirade toe dat hun terreurdaad tot niets heeft geleid, dat hun acties zinloos zijn geweest.’

De beschuldigden kregen dus de gelegenheid om hun statements en propaganda de wereld in te sturen, maar ook de slachtoffers en burgerlijke partijen kregen de gelegenheid om te spreken. ‘Zij hebben op het proces alles kunnen zeggen wat ze te zeggen hadden. Dat zou nooit gebeurd zijn indien dit proces niet binnen de formule van assisen had verlopen. Dat is een grote loutering geweest voor iedereen.’

Maar toch vindt Verwerft dat vooral de rol van de volksjury het grote verschil maakte. ‘De leden van de jury waren bijzonder geëngageerd in hun zoektocht naar de ware toedracht. Zij hebben zoveel vragen gesteld dat voorzitter Massart op bepaalde momenten wat op de rem moest staan. De juryleden wilden werkelijk alles weten en waren bijzonder geïnspireerd. Er zijn honderden vragen gesteld die tijdens een normale strafrechtelijke procedure niet aan bod zouden komen, waar het parket of het hof nooit aan zouden denken. Een jury geeft een antwoord op de roep naar meer rechtvaardigheid die klinkt in de maatschappij. Het verwijt dat professionele rechters te mild en wereldvreemd zouden zijn wordt zo gecounterd. In zaken van groot maatschappelijk belang is de betrokkenheid van een jury de beste garantie om daar een antwoord op te bieden.’

Zware taak voor volksjury

Niemand zal ontkennen dat de volksjury een zware opdracht had. De last die bij het (zo langdurig!) zetelen in een jury komt, wordt door tegenstanders als argument gebruikt om te beweren dat niet ‘de besten’ uit de bevolking uitverkoren zijn. ‘Ik ken die argumentatie’, zucht Verwerft. ‘Die heb ik al tot in den treuren gehoord. Volgens tegenstanders zitten daar enkel kuisvrouwen en huismoeders. Dat is om te beginnen bijzonder arrogant, maar ook niet ernstig. In de praktijk is dat ook niet waar.’

‘Het klopt dat wie het niet ziet zitten, uiteindelijk niet in de jurybank terecht komt. Maar dat betekent niet dat daar enkel onnozelaars zitten. In tegendeel zelfs. Nu heb je de garantie dat daar mensen zitten die naar alle betrokkenen willen luisteren. Die daar aandacht voor hebben, de eed willen afleggen en zich willen vrij maken.’

Vergoeding

Dat betekent trouwens niet dat juryleden inkomsten moeten missen. ‘De juryleden worden vergoed’, weet Verwerft. ‘Dat gaat niet over grote bedragen, maar op het einde van zo’n lange procedure tikt dat wel aardig aan. Daarenboven blijft hun verloning bij de werkgever doorlopen.’

Inderdaad, volgens de Belgische wet vallen de eerste vijf dagen van een proces onder het zogenaamde ‘klein verlet.’ Dat betekent dat de werkgever het loon blijft doorbetalen. Wanneer een proces langer duurt, kan de werkgever kiezen om het loon verder uit te betalen en die kost terug te vorderen bij justitie. Als een werkgever dat niet wil doen, kan de werknemer zijn loonverlies zelf recupereren bij justitie. ‘Ik heb daar in al die jaren nog nooit over horen klagen’, voegt Verwerft toe. Het zou ook erg zijn mocht iemand door jurydienst te vervullen inkomstenverlies leiden of zijn job verliezen. Dat is in de praktijk goed geregeld.’

Op dit moment bedraagt de dagvergoeding van een jurylid € 48,78 voor elke dag dat die effectief of als plaatsvervanger zetelt. Daar bovenop is er een verplaatsingsvergoeding van € 0,5824 per kilometer. En dat dus bovenop het doorlopende loon.

Niet voor herhaling vatbaar

Dat dit proces nu goed is verlopen erkent iedereen, zowel de advocaten van de verdediging als die van de burgerlijke partijen. Maar voor Verwerft is het toch niet voor herhaling vatbaar. ‘Dit was uniek in de geschiedenis van de Belgische rechtspraak. Ondanks alle tegenkantingen en sabotagemanoeuvres is alles goed verlopen. Maar ik zou dit in de toekomst liever niet meer zien gebeuren op deze manier.’

‘Ik heb er in het verleden al voor gepleit om processen met een internationale dimensie te voeren op een hoger niveau. In dit specifieke geval had dat het Europese niveau moeten zijn. Uit gesprekken met magistraten kan ik afleiden dat men daar in die kringen oren naar heeft. Maar die hebben daar op zich ook niets aan te zeggen. Het is niet aan de magistratuur om dat soort zaken te regelen.’

Het opstellen van een internationale procedure moet op Europees niveau gebeuren. Het is aan de Timmermansen (Frans Timmermans, red) en konsoorten om dat te regelen. Laat ze er dus maar werk van maken, want er komen ongetwijfeld nog processen die het puur nationale niveau overstijgen.’

Reportage:
WINNY MATHEEUSSEN