Uit eigen werk – 2011: de tijd van twijfelen is gekomen

2011, zo lang is het geleden dat we een boek schreven over de affaire Ronald Janssen en zijn drie moorden, minstens. Het grootste proces ooit, zo heette dat in 2011. Ik heb nooit zo hard gewerkt aan een boek als aan deze “Moord op het Hof van Assisen. Een opus magnum, noemden anderen het. Het was een keerpunt voor mij want kalenders liegen niet. Zo staat het in het woord vooraf, een hoofdstuk dat meestal het laatst geschreven wordt en zelden gelezen wordt.


Wat we schreven in het najaar van 2011


De tijd van twijfelen is gekomen

Ditmaal heb ik geaarzeld.
Lange tijd zelfs.
De twijfel is gebleven.
Tot op vandaag.
Het is de eerste keer dat het me overkomt in het lange en zware journalistieke parcours dat het mijne is geweest vanaf de dag dat ik in 1969 al mijn moed en spaargeld bijeenraapte om voltijds journalist te durven worden. Het is vanaf toen een tocht geweest over een hindernissenparcours dat ik vaak, maar niet altijd, zelf aanlegde.

Ik weet het, er bestonden gemakkelijkere en lucratievere oplossingen.
Ik ben er niet op ingegaan, deels uit narcisme en ijdelheid, maar misschien toch nog het meest omdat mijn journalistieke onafhankelijkheid mij zo lief was.

Ooit riep een hoge magistraat mij binnen in zijn riante kantoor.
“Ik begrijp niet dat gij uw talent vergooit aan wat gij nu doet”, klonk het bezorgd.

Het was geen verwijt, het was een vorm van medelijden.
Af en toe denk ik terug aan dat gesprek in de winter van 1990.
De magistraat zit nog altijd in zijn comfortabele stoel in zijn riante kantoor en is geregeld te zien op televisie.
En ik?
Ik ben nog altijd klant bij Aldi, Lidl en Wibra.


Het pakt je vast en het laat je nooit meer los

Ja, ditmaal heb ik geaarzeld.
Geaarzeld om mij te verdiepen in het dossier-Janssen, zijn moorden, zijn verkrachtingen, zijn dubbelleven en leugens. Geaarzeld, wetende dat de studie en de verwerking van het dossier mij zou aantasten, mij nooit meer zou loslaten, mij geestelijk en lichamelijk zou aanvreten, wetende dat dit soort van inspanningen en het vechten tegen limietdata niet meer aan de stram geworden journalist besteed is.

Geaarzeld bij het besef dat de voorstudie, het vijf weken dagelijks volgen van het proces, live in de zaal, en een verblijf in Tongeren een gigantische inspanning zou zijn waarvan ik niet wist of ik, als oorlogskind, er nog toe in staat zou zijn.

Geaarzeld omdat ik misschien nog het meest bang was voor mijn diepliggende empathie, ongewoon groot geworden door het aanhoren en verwerken van zo veel leed tijdens de ruim duizend assisenprocessen in mijn loopbaan.
Ditmaal gaat het om afgrijselijke gebeurtenissen met kinderen en kleinkinderen die ook mijn kinderen of kleinkinderen zouden kunnen zijn.

Kon ik bij die gedachte de confrontatie nog aan?
Kon ik bij zulke feiten de dader nog bekijken met professionele afstandelijkheid om hem de weinige bonuspunten te geven waarop hij recht heeft?


Ver weg van de waan van de dag

Zou mijn walg voor de nachtelijke en verachtelijke daden van Janssen een ernstige karakterstudie van de dader onmogelijk maken? In dat geval zou ik slechte feitenjournalistiek beoefenen en meedrijven op de emo-journalistiek die onze dagen kleurt, inspeelt op de waan van de dag en de oppervlakkigheid als de opperste beleving belijdt.

Ik heb geaarzeld om er nog zo’n dossier, barstensvol emoties, bij te nemen.
Een dossier als de zaak-Janssen, tot op het bot afgeknaagd door de media en tot een opus verheven door de advocaten, jarenlang.

De gedachte dat een schijnbaar vlekkeloos levende man, alom gerespecteerd, ongestoord en ongestraft jarenlang jonge vrouwen verkracht, vernedert, foltert en vermoordt, maakt me bang en tast mijn zelfverzekerdheid aan.

Kan en mag een mens dan niemand meer vertrouwen?
Ik bekijk voortaan familie, buren en collega’s op een andere manier, ook na jaren van misschien goedgelovig vertrouwen.
Wat is dat met die wereld van twee gezichten?
Mensen met twee gezichten?
Ik heb er nooit in geloofd en altijd gedacht dat de mens ingoed was.

Een proces als dit van Ronald Janssen en de ervaringen errond heeft me ook die illusie ontnomen.
Ik weet nu dat ik altijd op mijn hoede moet zijn en dat gespeelde vriendelijkheid en gespeelde collegialiteit soms werktuigen zijn om iets mee te bereiken.


De onduidelijkheid die aanvreet

Ik heb geaarzeld omdat er zoveel onduidelijk was.
Zou dit proces wel beginnen en, nog rampzaliger, zou het het einde halen?

Ronald Janssen had sinds zijn aanhouding nooit de gevangenis willen verlaten om de zitting van de raadkamer of de Kamer van Inbeschuldigingstelling bij te wonen. De reconstructies had hij zoveel mogelijk gedwarsboomd. Behalve het te verwaarlozen intermezzo van het korte gesprek met advocaat Paul Quirynen had Janssen nooit de steun van een notoir strafpleiter gezocht. Om een niet zo duidelijke reden was de vrijwel onbekende advocaat Adam Miskovic zijn raadsman geworden. Insiders durfden te veronderstellen dat Janssen hem ieder moment kon dumpen, waardoor het assisenproces voor geruime tijd zou moeten worden uitgesteld. Al mijn moeite zou dan voor niets zijn geweest.

Ik heb geaarzeld, ook vanwege de lengte van dit proces.
Te beginnen met een inleidingsweek met twee zittingen en daarna vier volle procesweken met zowat tweehonderd getuigen. Vele redenen om te aarzelen om mee te spelen in de ongelijke strijd tussen argumenten en sentimenten.


Om deze redenen…

Ik heb de aarzeling overwonnen.
Na nachten slecht slapen, met gevechten tegen mijn groeiende aversie voor de platgecommercialiseerde en mediagestuurde maatschappij.
Ik zou het doen, ook al omdat het misschien de laatste keer is dat ik het kon doen.
En, jawel, omdat ik graag een paar pagina’s vul in het Grote Geschiedenisboek. In de ietwat angstige veronderstelling dat dit het laatste boek zou zijn dat ik schrijf, zou ik achteraf kunnen zeggen dat ik alles heb kunnen en mogen schrijven om het Hof van Assisen en de volksrechtspraak te redden.

Mijn geweten is gerust, ik heb tot het laatst gevochten tegen de lafheid van de politici die de volksrechtspraak willen afschaffen en bijna hun doel bereikt hebben. Ze grijpen het proces-Janssen aan om aan te tonen dat volksrechtspraak in deze vorm niet meer kan.
De politiek pleegt een moord op het Hof van Assisen.

Deze politici dwalen, en ze weten dat ze dwalen.
Ze zijn als Janssen met zijn twee gezichten.

Gust Verwerft
Januari 2012