Reflectie – Pasen, hoe dikwijls nog?

Ik heb Pasen helaas te vaak meegemaakt.
Een mens verslijt ervan maar wordt wijs,
daarna oud en tot slot kinds.


Er is van die vroegere Pasen niets overgebleven.
Zelfs de schone kleren van de paus niet.
Behalve de bloemen uit Nederland.
En de zegen urbi et orbi.
Klokslag 12, met tegenzin op de staatszender vanuit Rome.


Het was ooit anders, ik weet het zeker.
Het biechten van de zonden en het broods des heren.
De hoogmis op radio en tv.

De overvolle kerken, met niets dan propere mensen..
De pauselijke boodschap en bisschoppelijke voetnoten.
Het enthousiasme in de vele katholieke gazetten in Vlaanderen.


En, meest interessant, het nieuwe kostuum, zoals beloofd en naar traditie.
Op zijn paasbest.
Grijze pakken, nu met lange pijpen.
Beetje te groot, tegen de groei.

En nieuwe schoenen.
Soms ook een nieuw hemd,
want wij waren gewone mensen met gepast geld.


De paaseieren.
De familie bijeen rond rozijnenbrood, suikerbrood en hete cacao.
En verhalen over hoop en een nieuw begin.


Voorbij, voorgoed voorbij.


We horen nu over raketten in Noord-Korea,
over politiekers met dreigende taal,
over miljoenen mensen op stap maar nergens welkom.


Hoeveel keer nog Pasen?

17 april 2017