Vandaag – Laatste wegwijzer

Zo gezegd, zo gedaan.

Ieder heeft zijn eigen recht.

Wie eerst komt, eerst maalt.

Niets droogt vlugger dan een traan.

Wijsheid begint bij niet dwaas te zijn.

Kies de gulden middenweg.

Een dwaas wordt wijs door schade en schande.

Je weet niet wat de avond zal brengen.

Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is.

Aan de taal herken je de ziel.

Onbekend maakt onbemind.

Pas op voor de hond.

Pas op voor uw vrienden van de rechtbank.

Zij die gaan sterven groeten u.

Als er twijfel is, doe het dan niet!

Het doel rechtvaardigt de gebruikte middelen.

Hoe lang zult gij ons geduld nog op de proef stellen?

Zoveel hoofden, zoveel zinnen (meningen)

Over smaken en kleuren valt niet te discussiëren.

Er bestaat geen regel zonder uitzondering.

Van allen zijn de Belgen de dappersten.

Noodzaak kent geen wet.

Ik ga voor niemand uit de weg.

Waar een wil is, is een weg.

Het is geen excuus de wet niet te kennen.

Ervaring is de beste leermeester.

IJdelheid, nog meer ijdelheid, overal ijdelheid.

(met) Iedereen, maar ik niet!
**”Met alle Chinezen, maar niet met den dezen***

Eindeloos groot is het aantal dwazen.

Een verspreking (spreekfoutje, taalfoutje)

Brood en Spelen

De aanhouder wint

Niemand kan verplicht worden tot het onmogelijke.

Principes (bestrijden), niet de mensen (bestrijden).

Er is zo veel dat wij niet weten.

Ik huiver terwijl ik het vertel.

Ongewenste persoon

Te goeder trouw.

De geest rust nooit.

Niets nieuws onder de zon.

De waarheid is eenvoudig – (kan eenvoudig gezegd worden)

Zwijgen is zilver, zwijgen is goud.

Gezonde geest in een gezond lichaam.

Op heterdaad. (In flagrante overtreding)

Brood en Spelen.

Schijn bedriegt.

Eeuwig (altijd) trouw.

Waar gaat ge naartoe?

Een slecht mens kan niet gelukkig zijn. (letterijk: Geen slecht mens is gelukkig)

Het doel heiligt de middelen. (Soms zijn alle middelen toegestaan).

Gewapenderhand.

Verdeel en heers.

Al doende leert men.

Goedschiks, kwaadschiks (“Het moet!”)

De tijd is verstreken.

Lezer, gegroet.

Haast je langzaam.

Het venijn zit in de staart.

De wet is streng (hard), maar het is de wet.

Van een scheet een donderslag maken – (Van een mug een olifant maken) –

Naar believen.

(zich) Vergissen is menselijk

Te goeder trouw.

Zo gezegd, zo gedaan.

Het is zo ver! Het is beslist. De teerling is geworpen.

Geld heeft geen geur – Geld stinkt niet.

Met een korrel zout.

Als je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog.

“Ik wijk niet.”

De mens is als een wolf voor de mens.

Geen woorden, maar daden.

Sneller, hoger, sterker.

Zo lang er leven is, is er hoop.

Schijn bedriegt.

Voor wat, hoort wat.

Het doel heiligt de middelen.

Waar een wil is, is een weg.

Uit een verkeerd begin, volgt een verkeerde conclusie.

Ge zijt geen filosoof omdat ge een baard draagt.

Zalig zijn de armen van geest.