Uit vorige geschriften 24 – De Fabeltjeskrant van Jan De Man

(…)

Jan De Man pleit meestal cynisch, spottend, bijtend.
Het logo van de Antwerpenaar.
Echt nieuwe dingen horen we niet, maar de stijl is subliem.


Hij gaat in een hoek van de zaal staan en wandelt rond, zoals in een Amerikaanse politiereeks.
In een scherp klinkend pleidooi gaat de Antwerpse numero uno gewaagd ver.


Hij vraagt zich luidop af of het mogelijk is dat de mensen rondom Rik Jans niet wisten wat er was gebeurd. Of ze zich geen vragen stelden over diens tijdsgebruik de dag voor, de dag van en de dag na de feiten? Een blinde zou het zien, maar niet zijn vriendin, niet zijn bijna-schoonbroer, niet zijn vader, niet zijn moeder, niet zijn zussen?


Wie niet heel aandachtig luistert en de woorden van Jan De Man niet ontleedt, zou zowaar gaan denken dat bijvoorbeeld Els moet geweten hebben dat er een lijk in de loods lag of zou hebben gelegen.
En wist ze niets van de geleende fortuinen?
Geld dat de beschuldigde naar eigen zeggen wel kreeg, maar na een paar dagen al teruggaf. “Omdat ik er niets kon mee doen.”


Jan De Man vindt het hele verhaal iets als een vertelling uit de Fabeltjeskrant.

Fabeltjes over de dreigementen van Didier aan de beschuldigde.
Fabeltjes over het ongevraagd gekregen geld dat (nooit) werd teruggegeven.
Fabeltjes over de, citaat “doofstomme familie Verschueren die niets hoorde en niets zag maar toch heel curieus was de dag van de feiten en de dag erna”.


Fabeltjes van de experts die door de verdediging werden ingehuurd.
Jan De Man noemt het “de sprookjes van tante Lieve en nonkel Jan”, verwijzend naar psychiater Lieve Dams en haar onweerstaanbare drang, en naar dokter Jan Bolt, die geen bewijskracht zag in de gevonden bloedspatten.

Fabeltjes over de uitlokking en wettige zelfverdediging.


Daarna volgt, opgevoerd met trillende stem, een memorie over het lijden van de familie Lemmens, voor wie het nooit meer gewoon Kerstmis en Nieuwjaar zal zijn.


Slotzin: “Didier Lemmens had misschien een ruw uiterlijk, maar hij had een goed hart en hij hield zich aan het principe dat een gegeven woord altijd moet worden gerespecteerd.”


Openbaar aanklager Guido Vermeiren hapt twee uur uit de timing om aan te tonen dat Rik Jans alles op voorhand had bedacht om de hinderlijke Didier Lemmens dood te schieten.

(…)


Uit het boek “De Smaak van Wraak”


Lees verder in één van onze vorige boeken…


VORIGE