Uit vorige geschriften 22 – Een ijskoude nieuwjaarsnacht, naakt in een boomgaard

(…)

Voor een buitenlandse zender word ik gevraagd om de eerste twee procesweken samen te vatten. Dat is niet zo moeilijk.
Uiteraard weet Ronald Janssen hoe zijn slachtoffers hun doodstrijd hebben ondergaan.
Annick, meegesleurd in een bestelwagen en bij hem thuis uitgekleed, misbruikt, gegijzeld.
En Shana, naakt in een boomgaard tijdens een ijskoude nieuwjaarsnacht.
Kevin?
Twee kogels in het hoofd.

Een Ronald Janssen met twee persoonlijkheden, dat is duidelijk.
Twee bloederige moorden plegen met, voor en na, het verzenden van zachte, zuivere poëtische, zuinige erotische mailtjes. De laatste keer zelfs met het bloed van twee jonge mensen nog aan zijn handen.

Verschrikkelijk dat  we nu zeker weten dat Shana naakt was toen ze werd doodgeschoten.
Het gerechtelijk labo beaamde dat er geen kledijresten op het bijna volledig verbrande lijk zijn gevonden.
Er lag wel kledij van haar rechts op de achterbank, terwijl het lijk van Shana op een andere plaats in de wagen lag.
Toch ontkent Janssen op het proces dat hij haar verkrachtte.
“Als ik dat wel had gedaan, dan had ik er wel een uitleg voor verzonnen.”

Geregeld jaagt Janssen de families op stang.
Tegelijk weigert hij een duidelijk antwoord te geven op de vragen van advocaten, de openbare aanklager en de voorzitter.
“U gelooft mij toch niet.”

Vandaag horen we Janssen voor de zoveelste keer in zijn zangerige Limburgs uitleggen dat hij veel verklaringen heeft verzonnen. Van zijn veronderstelde bekentenissen blijft niets meer over.
Hij negeert steeds vaker zijn advocaat en verdedigt zichzelf, waardoor het alleen maar erger wordt.
-“Ik zie dat niet voor mij.”
-“Ik heb dat zo verzonnen omdat ik het verhaal zo zag.”
-“Ik heb elementen gebruikt die juist zijn en elementen die niet juist zijn.”

De families van de slachtoffers reageren verontwaardigd in woord en gebaar.
De voorzitter moet ingrijpen.

Janssen staat met de handen in de zakken en laat de vragen van de advocaten op zich af komen. Hij gebruikt nooit het woord ‘moord’.
Hij spreekt over ‘gestorven’, ‘om het leven gekomen’ of ‘toen het gebeurde”.

Zijn minachting voor Vermassen zit diep.
Hij laat de grootmeester razen, om hem met een arrogant ‘Wat is nu eigenlijk uw vraag?’ af te blokken. Zo wil Vermassen voor de zoveelste keer horen waarom Janssen na een reeks van tien verkrachtingen het risico nam Annick Van Uytsel mee naar huis te nemen.

-“Ik heb dat meisje niet ontvoerd.”
-“Er waren geen bedoelingen.”
-“Ik heb haar zelfs niet meegenomen voor affectie.”
-“Ik heb al die dingen gezegd om mijn verzonnen verhaal aan te vullen.”
-“Hoe kan ik op het waarom antwoorden als ik niet eens de bedoeling had om haar mee te nemen?”
-“Ik weet niet precies wat er gebeurd is, vandaar mijn onvolledigheid.”

-“Ja, meneer Vermassen, ik begrijp voor tweehonderd procent dat u mij deze vragen stelt, maar ik ken het antwoord niet. Het zijt gij die de ouders waarheden wilt laten horen die niet bestaan!”

(…)


Uit het boek “Proces Ronald Janssen – De Moord op het Hof van Assisen”


Lees verder in één van onze vorige boeken…



VORIGE