L116 – Richard Minne (in 1936) – ‘… de wanen van mijn mond gekust’

Herinnering

Uit malve en erica
naar mij genaêrd,
kwaamt ge in den avond,
ritselend van geblaêrt.

Gelijk een neerstige schaper
vóór zijn trage rij,
zoeter al pijpend
stondt ge voor mij.

De rozen lagen nog open
van late brand
en ‘k telde mijn vreugden
in uw hand.

Toen, in mijn armen,
ring van rust,
hebt ge alle wanen
van mijn mond gekust.

Dit kon de laatste dag wel zijn.
Om onze hoofden wat gegons,
en wij twee kinderen,
met gans de zon in ons.


Richard Minne (Gent 1891 – Sint-Martens Latem (1965)
uit: “In den zoeten inval” (1936)


Richard Minne ademt Gent uit – Omschreven als moeilijke, stugge man – marxistisch intellectueel – Journalist “Vooruit” met een trits aan nevenactiviteiten – politiek actievoerder – ambtenaar – keuterboer. – Opgenomen in de canon van de Nederlandse poëzie.


Méér over schrijver Richard Minne

Nog meer over de linkse journalist Richard Minne