Pokémonmoord – Minder moest dat niet zijn




De zwaarste straf ooit.
Levenslang.


Plus 15 jaar ter beschikking van de strafuitvoeringsrechtbank,
het nieuwe speeltje van Justitie!

De eerste 25 jaar
maakt hij heel weinig kans om vroeger vrij te komen.

Jan De Man heeft geprobeerd,
briljant als hij is,
maar het is niet gelukt.


Tijdens zijn pleidooi had hij opnieuw kritiek
op “een Kamerlid van N-VA”
dat in “een tv-programma”
kritiek had op advocaten die optreden voor IS-families.

Ook premier Jan Jambon,
bij naam en merk en woonplaats genoemd,
kreeg de volle laag
nadat hij ooit Sven Mary had verweten voor terroristen op te treden.


Of die verwijzingen naar N-VA de goede zaak en die van zijn cliënt dienden, weten we niet.

Bij ons weten is Antwerpen een bastion van de N-VA geworden en zitten er bijgevolg ook N-VA-kiezers in de volksjury.


Het is de eerste maal dat ik op het Hof van Assisen zo expliciet naar politieke mandatarissen hoor verwijzen.


Tijdens zijn Laatste Woord herhaalde de beschuldigde zijn blunder van gisteren.

“Mijn jeugd, mijn voorgeschiedenis is inderdaad geen excuus voor wat ik heb gedaan.”
“Spijt heb ik effectief wel, al heb ik het dan moeilijk om die uit te drukken.”
“Ik zou in de gevangenis therapeutisch willen behandeld worden…”
“Ik wil normale gevoelens krijgen.”



WAT VOORAFGAAT

Uiteraard ziet aanklager Bjorn Backx in een korte en krachtige strafvordering
géén enkele verzachtende omstandigheid,
ook niet de zogeheten ongelukkige jeugd
die echt niet zo ongelukkig was.

“De wijze waarop Van den Broeck zijn slachtoffer om het leven bracht, zijn houding na de feiten en ook nog tijdens het proces en in de gevangenis, zijn persoonlijkheid en zijn gebrek aan schuldbesef  waren van die aard dat er geen sprake kan zijn van verzachtende omstandigheden, wel integendeel.”

“Ik moet de samenleving zo lang mogelijk beschermen
tegen deze perverse,
levensgevaarlijke persoonlijkheid.”

“Daarom vorder ik levenslange opsluiting
PLUS 10 jaar ter beschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank.”


Jan De Man heeft uit zijn ruim repertoire een warm pleidooi neergezet,
in naam van de menselijkheid.

Een mens-zijn met enig erbarmen.

Hij beseft de gruwelijkheid van de feiten,
maar heeft het evenzeer over het gebrek aan warmte
tijdens de opvoeding van de beschuldigde,
het ontbreken van goede voorbeelden en een klankbord,
om af te ronden met de vraag geen levenslange gevangenisstraf uit te spreken.
30 jaar, dan.

-“Niemand kiest de wieg waarin ge geboren wordt.”
-“Zijn opvoeding of het gebrek daaraan heeft hem gevormd tot de jongeman die hij nu is.”
-“Iemand zonder normen of waarden.”


Met de nieuwe spelregels
betekent dit dat hij bij een veroordeling tot levenslang
15 jaar zal moeten wachten om vervroegd vrij te kunnen komen.
Daar komen dan die 15 jaar TBS als extraatje bij.
Jon Van den Broeck is nog niet thuis, bijlange niet!


Jan eindigt zijn 97ste assisenproces met zijn favoriete citaat.
“In het land van de hoop wordt het nooit winter.”


Geen sprake van

Het moet zijn dat de volksjury niet onder de indruk was van die argumenten.
De aanklager vorderde “levenslang” plus “10 jaar”.
Hof en volksjury maakten er “levenslang” plus “15 jaar” van.

Jon Van den Broeck gaat nog niet naar huis.
Bijlange niet!


Volksjury, een surplus

Nog dit:
wat een uitstekende volksjury.
Heel aandachtig, zin voor detail, de juiste vragen op het juiste moment.
En onafhankelijk.
En met kritiek dat het zo lang duurde.

Eentje werd ziek,
eentje viel flauw,
eentje bleef weg omdat die extra-procesdag botste met haar vakantiereis,
eentje zo ook wegblijven om dezelfde reden.

Ultiem liet ze haar familie alleen vertrekken.
Ze rijdt haar vannamiddag achterna.



Antwerpen/maandag/28/oktober/2019

NASCHRIFT

Ouverture in het Vlinderpaleis.

Och, het uit nog meegevallen.
Kleine nadeeltjes nemen we erbij.
Zoals het bestendig lawaai dat tot in deze mansarde doordringt.

Om de zoveel minuten rijden hier auto’s met sirenes voorbij.

Vanuit de vloer wordt  koude lucht naar binnen geblazen,
vanuit gigantische buizen boven gorgelen de hele tijd spookachtige geluiden,
zonlicht vanuit een koepel in het dunne dak verblindt soms de helft van de zaal,
bij regen is het getokkel op het dak zo hevig dat ge niets meer verstaan,
er is constant lawaai in de gang naar de vlakbij gelegen raadkamer
en de toegang naar de cafétaria werd ons nog niet gewezen,
tenzij alleen ingewijden recht op entree zouden hebben.