Uit eigen werk“Als het maar goed is voor de oplage” – Manu Ruys en Willem Elsschot hadden gelijk

We schreven het al in maart 1997 – Een krant zonder schandalen is geen krant meer.
Men doet in opbod aan schandalen. Aan een overdrijving min of een slordigheid meer komt het niet aan.

Titels en foto’s moeten en zullen prikkelen.
Tot ’s anderendaags.

De edele kunst van de journalistiek – tot voor kort heette dat zelfs een roeping – wordt herleid tot een vaardigheid om gedrukt papier te verkopen.

In 1923 schreef Vlaanderens grootste auteur Willem Elsschot over dit fenomeen in zijn boek “Lijmen”.



Antwerpen, 31 maart 1997


Vlaanderens grote journalist Manu Ruys (1924-2017) geeft Willem Elsschot gelijk en voegt er in een vraaggesprek met “De Volkskrant” gedurfde bedenkingen aan toe.

We citeren Manu Ruys letterlijk:
“De toenemende nonchalance bij de journalisten wordt aangewakkerd door de uitgevers.
De commercie is tevreden.
Die zegt tegen de redactie: zet dat nieuws maar dik in de verf, dat is goed voor de oplage.”

Verder:
“Kranten zijn bang om onverschillig over te komen, alsof ze koud staan tegenover het leed van de Ouders.
Het is hard nodig dat redacties kritischer worden en rationeler gaan oordelen. Ze moeten corrigeren waar de publieke opinie wat al te zeer op hol slaat. Ze moeten er op wijzen dat de rechtsstaat zo niet werkt.”

Staat confrater Manu Ruys toe dat we afsluiten met onze bange woorden:
“Het ergste moet nog komen”?

Het assisenproces tegen Marc Dutroux en zijn kompanen wordt over enkele jaren de grootste show op aarde.

Gust Verwerft
31 maart 1997


Uit onze pocket nummer 52
“Doden spreken niet tegen”