Moeilijke momenten

Weer moeilijke dagen voor mij. De aanloop naar een vers schooljaar. Ik heb dat altijd gehad. Het aangetrokken worden door schrijfgerief.

Heel vroeg al.
Ik zou al mijn zakgeld opgedaan hebben aan schriften van alle formaten, met gekleurde of harde kaft, gelijmd of met een geringde rug.

“Want ik word schrijver…”

Notitieboeken en agenda’s van alle dikten, lengten en breedten.
Ontelbare malen bezweken voor vulpennen, kogelpennen, markers, potloden.

Archiefdozen, altijd te klein.
Sorteermappen die alle creativiteit blussen.,


Ik had het al als kind en ik heb het nu nog altijd.
Misschien nog erger dan toen.

Hoewel ik grote warenhuizen vermijd, verdwaal ik altijd in de afdeling “papierwaren”.
Ik koop altijd wel iets.
Goedkoop en nuttig, denk ik.
Nooit duur, want ik heb geen geld.

Het is sterker dan mezelf.
Een krantenwinkel binnengaan om een weekblad te kopen.
Vertrekken zonder magazine.
Maar wel met het assortiment markers dat belooft fijn en vlekvrij te schrijven.


Veel van dat gerief heb ik volgeschreven. En leeggeschreven.

Resiltaat: dozen en kisten vol met notities.
Allicht het enige dat ik ooit zal nalaten.
Ik weet dat het uit respect pas met vertraging  met de ophaaldiensten zal worden meegegeven.
Immers, niemand kent het verhaal van die schrijfsels.
En altijd in dat onmogelijk kleine handschrift dat ik alleen kon lezen.


Alles moet weg of toch bijna

Tijdens de twee voorbije coronajaren heb ik in tientallen kilo’s papier laten verdwijnen, althans in mijn gedachten. Nu meen ik het, het is ballast en het moet weg.

Alles moet weg, of toch bijna.
Schuiven vol, bokalen vol, dozen vol en zakken vol met versteende kogelpennen (bic), uitgedroogde stiften, potloden-zonder-punt, etiketten, botte mesjes en scharen, slijpers, keihard geworden gommen. De meesten nauwelijks of niet gebruikt en gekocht in te grote aantallen.
Ik vergeet de verpakkingen met ongebruikte en nu onbruikbare A4-ringmappen, klemmappen, plastic-kaften, perforators en nietjesmachines. Enkele kilo’s elastiekjes, uiteraard verduurd.
En die postzegelbevochtiger, nochtans niet zo lang geleden gekocht.


Door de postorderverkoop is hier veel te veel kantoorgerief besteld.

Wie had toen gedacht dat de computer en de printer de macht zouden overnemen?
Het digitale tijdperk heeft mijn zwakheden uitvergroot.
Waarom doet een mens dat?
Een compensatie? Dat kan.
Ik heb altijd gedroomd van zo’n heel dure vulpen.
Ik heb het mij nooit kunnen permitteren.
Vandaar altijd die inktvlekken aan mijn wijsvinger, zelfs op mijn hemd.
In plaats van die ene dure vulpen, hebben ersatzpennen mij jaren teleurgesteld.
En voor zo’n Zwitserse vulpen is het nu de moeite niet meer.


Zojuist heb ik de laatste zending uitgepakt.

Dubbelzijdige tape, A5-notieboeken, kaft in fake-leder met helaas te dun papier, zoals zo vaak.
Als dat ooit volgeschreven geraakt, dan hoor je van mij.
Of van anderen in mijn plaats.

De laatste overdadige oogst van een impulsaankoop op het internet.
Einde verslaving, ik weet het nu zeker.


Zei ik “de laatste keer”?

Graag één dag uitstel, a.u.b..

Immers, ik zie zojuist in de folder van de Aldi dat er eindelijk weer van die geruite A4 schriften met spiraal achteraan, in voorraad zijn.
Altijd handig om iets in te kleven dat ik niet mag vergeten.
Want ik vergeet veel, de laatste tijd.



GV-24/08/2021