Serie 96 – Louis Paul Boon (1971) – “De fabrieken schoten als giftige paddestoelen uit de grond”
Aanhef van het prachtige epos “Pieter Daens”
van 700 pagina’s,
met als ondertitel
“De strijd van de arbeiders van Aalst in de 19de eeuw tegen armoede en onrecht.”
Het boek werd verfilmd
en werd een kaskraker
met Jan Decleir in de hoofdrol
als de sociaal bewogen priester Pieter Daens.
Het boek wordt vandaag te weinig gelezen
en daarom weten weinig vandaag nog
hoe het werkvolk geleden heeft
in de strijd tegen het kapitaal.
Amsterdam
Uitgeverij Arbeiderspers
Em. Querido’s Uitgeverij BV
Mijn naam is Pieter Daens, maar in het stadje Aalst, waar ik in 1842 geboren werd, spreekt men die naam in dialect uit als Pie Donsj. Rond die tijd was Aalst een haast nog middeleeuws stadje, met wallen en vestingen. Tussen de poorten, hoop en al een honderd hectaren, lagen nauwe stille straatjes waarover het geklingel van de beiaard en het klokgelui der Sintmaartenskerk traag en afgemeten de uren stuksloegen. In de Kerkstraat woonde mijn vader, Lowieke Donsj, in een houten huurhuis dat de naam ‘het Zwitsers Huis’ droeg. Hij was gevelwitter en schaliedekker van beroep en stond als grapjas bekend. Eens had hij herstelwerken aan de toren der Sintmaartenskerk uit te voeren en stond de weerhaan bij ons in het werkhuis, om verguld te worden. Hij zei dan: ‘Wedden, dat ik me zo meteen op het haantje van de toren neerzet?’ Mijn moeder was Anna Maria Boon, een mutsenmaakster die er winkeltje hield en deze mutsen ook nog verkocht aan een kraampje op de zaterdagse markt. Zij was ernstiger van aard dan vader, vroom en ook spaarzaam. Zij schonk hem zes kinderen, drie meisjes en drie jongens, waaronder als laatsten Adolf en ik. Adolf werd geboren 18 december 1839 en ik drie jaar later, 10 juni 1842. Ik heb steeds naar hem opgekeken, al van in de dagen dat we van de Kerkstraat naar de drukke en rumoerige wijk De Kat liepen, waar we het vrijwel enige schooltje der stad bezochten, dat beheerd werd door de Broeders der Kristelijke Scholen, maar in de volksmond de Katschool werd genoemd. Adolf leek meer op moeder, stil, ernstig, ijvervol. Ik kon er niet aan verhelpen, maar ik had meer de aard van vader, babbelziek, guitig en steeds bereid om grappen uit te halen. Neen, ik was niet zo bijster gesteld op al maar ingespannen studie en verspeelde soms wel eens een eerste prijs, door een grap of een kwinkslag die bij de Broeders niet in goede aarde viel. Veel meer hield ik ervan door de straatjes te dwalen, langs de kromming van de rivier de Dender te slenteren en de buitenwijken te verkennen. Ik zag de wijk Schaarbeek met haar weiden en velden, ik waagde me in de wijk Osbroeck met op haar moerasgrond dichte begroeiing van warrelhout, en aan de overkant van de Dender drong ik door tot de wijk Mijlbeek, wier bewoners men buitenlieden noemde, of zelfs minachtend ‘deze van over de Rijn’. Maar wat me meest boeide was het leven en lawaai langs de Dender, waar steeds meer fabrieken oprezen. Aalst matigde zich de naam van Keizerlijke Stede aan, maar bleek voorbestemd om gewoon een fabriekstadje te worden. Naast de kerken en kloosters schoten als giftige paddestoelen deze fabrieken uit de grond op. In het begin waren zij maar een schuur of bergplaats, maar als knaap kon ik reeds vaststellen, dat het niet meer de kerktorens waren die het stadje domineerden, doch hun rokende schoorstenen. Ik kon horen hoe niet meer het geklingel van de beiaard en het kleppen der Sintmaartenskerk de dagtijd bepaalde, maar het loeien der fabrieksirenen. Vanaf vijf en zes uur in de kille en nog duistere ochtend hoorde ik dit haast dierlijke huilen. Ik werd erdoor gewekt, en over de hobbelige stenen in de smalle straatjes hoorde ik het klepperen der klompen van mannen, vrouwen en kinderen, die zich naar de fabrieken repten.
Uw mening is belangrijk voor ons
video en/of podcast
999x beluisterd
video en/of podcast
999x beluisterd
video en/of podcast
999x beluisterd
video en/of podcast
999x beluisterd
video en/of podcast
999x beluisterd