Ja, ik ben ook bij Etienne Vermeersch geweest. 40 jaar geleden! En over de koffie die we nooit hebben gedronken

Zo te horen, te zien of te lezen,
is zowat iedereen ooit bij moraalfilosoof Etienne Vermeersch (1934-2019) op visite geweest.

Minstens om zijn visie over iets te horen
of er een reportage over te maken.

Anderen laten in de media weten dat ze met hem
vaak of minder vaak
aan de debattafel hebben gezeten,
zelfs buitenshuis
en Trappistbier met hem hebben gedronken.

De lof op zijn inzichten
en intellectuele nalatenschap
klinkt unisono en luid.

Iets te luid
en te unisono
om écht gemeend te zijn.

Jammer dat de erudiete professor niet meer op die meldingen kan antwoorden.
Alleen al daarom.


Daar stond hij,
een gebogen man van 45 jaar,
met lange zwarte haren

Schrik niet, ik ben ook één van die velen die aan huis is geweest bij Etienne Vermeersch.
Een huis dat toen nog een nieuwbouw was,
tijdens internet-loze tijden zo goed als onvindbaar,
daar in de Gentse rand.

De man waarover ik het heb, was 45 jaar,
had lange zwarte haren,
een geblokt en toen al gebogen figuur
en ogen als X-stralen.

Bekend was hij niet,
geliefd en bewonderd ook nog niet,
tenzij bij zijn Gentse studenten.

Althans ik kende hem niet
en wist zelfs niet precies hoe hij aan de kost kwam.

Dat hij professor enzovoort was,
vond ik pas later in een krantenknipsel
tijdens het uittikken van mijn reportage.
Dat was zo, in die tijd.


Hoe paranormaal Vlaanderen was

Hoe kwam ik, in 1979, bij Etienne Vermeersch terecht?
Een man in wie ik een zonderling zag?
Dat kwam zo.
Voor het destijdse weekblad TV-Ekspres maakte ik een achtdelige serie
over paranormale verschijnselen in Vlaanderen.

Een item dat toen lekker lag in het Vlaanderen
met de vele Maria-verschijningen,
waarzeggers, kaartleggers, grafliggers
en illusionisten van alle slag.

Op de televisie BRT liep daar zelfs een serie over
en er werden veel zieltjes gewonnen voor het paranormale,
zeker als de Kerk er mee een beetje in gelooft.

Enfin, Etienne Vermeersch moet mijn geschrijf onder ogen hebben gekregen
want hij wilde daar ook wel eens “iets” over zeggen
om alle “misvattingen” te ondervangen.


Zo’n koffie, dat vergeet ge nooit

Ik dus naar Gent en vandaar naar Laarne.
Want aan de telefoon had ik gehoord dat het zo makkelijk te vinden was.
Een uur later was ik er nog niet.
Zo makkelijk was zijn stulpje te vinden.

Enfin over dat uur retard werd niets meer gezegd.
Zijn vrouw zette koffie en bracht die in een grote koperen kan,
op een vuurtje.
Daarbij suiker en lekkers.
“Etienne, schenk de koffie seffens in voor meneer. Ik laat u nu.”
Die koffie, ik denk er soms nog aan.


Wie zijn deze mensen?

De ontmoeting begon voorzichtig.
Ik was onder de indruk van de rijkelijke soberheid van zijn interieur,
zijn warme stem
en zijn kledij die mij niet deed denken aan professors
waar ik voor andere dingen ooit op interview was geweest.

Overigens, ik kende zijn status niet
en zag in hem alleen iemand die paranormale fenomenen had bestudeerd
en daar een visie over had.

Ik weet niet zeker met welke ogen bij mij bekeek,
maar mijn grote onverzorgde baard,
mijn vermoeide gezicht,
mijn simpel bandopnemertje
en mijn VW Kever voor zijn zware eiken deur,
zullen wel geen grootse indruk hebben gemaakt.


Over dingen waarin ge nooit moogt geloven

Hij vond paranormale fenomenen nonsens
en was zo geduldig uit te leggen waarom hij dat dacht
en waarom ik er zeker niet mocht in geloven.

Op één item gaf ik me niet gewonnen.
Ik geloof in telepathie,
het overbrengen van gedachten,
dit wil zeggen de vaststelling dat twee personen op hetzelfde moment aan hetzelfde denken,
alsof ze mekaars gedachten overbrengen.
Het is me te vaak overkomen om het nonsens te vinden.

Etienne Vermeersch onderbrak me niet tijdens mijn argumentering.
Ik zag dat hij écht luisterde en dat was ik niet gewoon.
“Daarom dat ik daarin geloof”, mocht ik op het einde zeggen.

Hij had zijn antwoord gereed.
“Wat gij zegt, dat is mogelijk.
Dat is geen fantasie,
maar het heeft te maken met subliminair denken.
(ik heb het woord nooit teruggevonden, gv)
Het is mij ook al overkomen.
Maar het heeft niets met bovennatuurlijke fenomenen.
Ik zal een voorbeeld geven.
Om een radiogolf van punt A naar punt B door te stralen, heeft men x-aantal Lux nodig.
Reken dat eens uit welke energie er nodig zou zijn om gedachtengolven over te brengen,
zoals bij die verhalen over moeders die aan de andere kant van de wereld
hun stervende zoon op hen horen roepen.
Dat kan niet, daar is ons brein te klein voor.”

Waarna hij zijn betoog overtuigend verder zette en de paranormale kerk sloopte.

Tot ik de moed had om te zeggen dat ik moest vertrekken.
Wat waar was.
Er bleef amper tijd om enige kleurendia’s te maken, in die tijd toch een technische krachttoer.


En toch allebei dezelfde gedachte.
Het kan dus?

Terloops merkte hij op: “Gij hebt toch onlangs een boek geschreven over het proces Guy Jespers?”
Alweer luisterde hij geduldig naar mijn te ruim relaas daarover,
want ik kan daar moeilijk over zwijgen.

Hij bleek de hoofdrolspeler Luc De Cramer te kennen.
Die had met veel fantasie in de buurt een fitnesscentrum uitgevonden.
Na een hartfalen was Etienne Vermeersch daar enkele malen geweest om roeiend te revalideren.

Over De Cramer hadden we allebei dezelfde mening:
“Een man met buitengewone overtuigingskracht en,
zeker in het begin,
heel geloofwaardig.”

Vermeersch sterkte mij hiermee in een overtuiging die ik altijd heb gehad in deze droevige affaire.


Het aroma, ik vond het even lekker

En die koffie?
Die hij voor meneer moest uitschenken?
Die moet ondertussen uitgekookt en verdampt zijn.
Ik heb de hele tijd genoten van het aroma.
Maar de grote mok geraakte nooit ingeschonken.


Eind 2017 heb ik Etienne Vermeersch teruggezien, live.
In Lier, op een lezing.

Ondertussen was hij al lang een Bekende Vlaming geworden
en wist ik al jaren dat hij professor was en nog veel meer.

“In 1979 ben ik bij u aan huis geweest,” waagde ik het terwijl hij zijn boek signeerde.

“Over die telepathie?”
Hij wist het nog.
Over de koffie heb ik niets gezegd.