Tussen de goden van assisen 1997

Uit ons pocketboek
‘Spijt komt altijd te laat” (1997/51)

Assisen Antwerpen, februari 1997
Beschuldigde: Désiré Heyndrickx
Slachtoffer: Eugène Gadin
Arrest: 20 jaar voor roofmoord

DUEL TUSSEN DE GODEN VAN ASSISEN

Marc Rubens (48) is de beste Openbare Aanklager die Vlaanderen ooit had.
Volks, maar grondig.
Niemand die dat betwist.

Piet Van Eeckhaut (57) is de beste advocaat.
Ook dat staat vast.

Voor de allereerste maal stonden ze tegenover mekaar.
Met Edwin Van Fraechem,
de beste Vlaamse voorzitter,
als scheidsrechter.

Een duel in een bomvolle zaal.

Heel het justitiepaleis was naar “beneden” gekomen
om de beide gladiatoren te aanhoren tijdens hun beslissend gevecht.
De historische figuren op de wandtapijten en muurschilderijen leken aandachtig mee te luisteren.

TWEE VERSCHILLENDE WERELDEN

De beschuldigde Désiré Heyndrickx,
een roofmoordende landloper,
wist niet wat hem overkwam.

Hij kon niet begrijpen dat twee mannen mekaar zo te lijf konden gaan,
met zijn lot als inzet.

Désiré vergiste zich echter.
Beide grootmeesters deden het niet voor hem.
Ze deden het in naam van hun gelijk en hun prestige.

Samen zijn ze goed voor 108 assisenzaken.
Twee verschillende stijlen ook.

Enerzijds
de slanke,
rijzige en ijzige en lijzige burgerman Marc Rubens,
met zijn computer,
zijn rode toga,
zijn gouden bril,
zijn granieten logica.

Anderzijds
de ronde,
flamboyante volksmens Piet Van Eeckhaut,
met zijn morsige zwarte toga,
zijn onuitputtelijke improvisaties
en citaten.

Iemand die pleit
zoals zijn vroegere Aalsterse buur en vriend Louis-Paul Boon schreef.

De voorzitter moest geregeld symbolisch naar zijn hamer grijpen.

Een weergaloos,
onvergetelijk toneelstuk dat urenlang iedereen in de ban hield.

De mensen hadden spijt dat het voorbij was.

Piet Van Eeckhaut:
“Ge weet, ik heb al veel meegemaakt,
maar deze procureur is de sterkste tegenstander die ik ooit heb gehad.

Ik vergelijk hem met wijlen Norbert Bauwens,
in Gent.

Hij heeft alles voorzien,
hij weet op alles een antwoord,
hij gebruikt de kracht van het woord tot op het bot.

En, hij is rechtlijnig.
Dat moet ik erbij zeggen.
Châpeau voor Marc Rubens.”