Dossier Van Wordragen – Stilte er wordt gepleit…

Stilte, er wordt gepleit in en voor een hopeloze zaak. Twee nietsnutten die de man vermoorden die nog trachtte hen goedkoop onderdak, een beetje warmte, eten en drinken te geven. Vanzelfsprekend wordt er dan gepleit op het thema van ‘Stank voor dank’ en ‘Spuwen in de hand die u voedt’’ De verdediging kan niet veel zeggen tijdens het debat over de schuld want die schuld staat vast. Er is hier en daar een klein verschil tussen de inbreng van Jarrit Hermans (14) en Stefano Ceci, maar niet veel.

WIE GOED DOET, GOED ONTMOET

Aanklager Cedric Stuyck opende voorspelbaar met het bijbels gezegd ‘Wie goed doet, goed ontmoet’.
Iets wat helaas Han Van Wordragen niet is overkomen.
En dan ietwat pathetisch en iets te veel heimat-gebonden: ‘Het slachtoffer was iemand die zich inzette voor anderen. Hij werd beestachtig afgemaakt. Dat gaat niet alleen in tegen het Limburgs (sic) belang, maar ook tegen het algemeen belang.’

Vanzelfsprekend is deze volksjury al lang overtuigd dat hier iemand moedwillig werd gedood.
‘Tien gebroken ribben, een gebroken borstbeen, een geforceerde hals en tien uiterst krachtige messteken. Vijf in de borstkast en los door de ribben. Hart geraakt, beide longen ingeklapt.’
Daar sterft ieder mens van.

Aan de voorbedachtheid hoeft evenmin te worden getwijfeld.
‘Ze hadden ruim de tijd om zich te bedenken. Eerst het geweld in de keuken, daarna de wurggreep, het over de grond slepen, hem tot moes slaan, knevelen en buiten leggen.’

Het hield niet op.
‘In plaats van ermee te houden, gingen ze ermee door.’
‘Ze halen hun gestolen bromfiets en nemen het bewusteloze slachtoffer mee.’
‘Nee, niet om hem 500 meter rechts naar het Salvatorziekenhuis te brengen.’
‘Ja, om hem 800 meter links op een donkere plek in de gracht te dumpen.’
‘Ze deden het snel, want het begon licht te worden zodat iemand de executie zou kunnen zien.’

Voor de aanklager zijn ze allebei even schuldig.
Ze waren met twee nodig om een man van bijna 80 kg. uit te schakelen, hem vast te binden aan handen en voeten en weg te slepen. ‘Wat een minachting, wat een haat tegenover iemand die zelf lang miserie heeft gekend en toch probeerde voor anderen iets goeds te doen.’


OVER STANK EN DANK

De advocaten van de nabestaanden hadden het eerder ook gehad over die stank voor dank en de minachting voor het slachtoffer.

Philip Daeninck, een subliem pleiter, had het over de zinloosheid van de feiten, volstrekt immoreel en extreem gewelddadig. Volgens hem is die slechtheid er nog steeds.
Hermans bekent nu dat hij de messteken heeft gegeven.
‘Een bekentenis? Hij kon niet anders. Een gesprek werd op band opgenomen en daarin hoor je dat hij gestoken heeft.’

Met zijn scherp verstand is Daeninck sterk in het uitbeelden van situaties en het beschrijven van personages.
De manier waarop hij, één na één, de tien messteken uitbeeldt, behoort voortaan tot de anekdotiek van het Hof van Assisen.


Han Van Wordragen was niet hun eerste slachtoffer.

Vanzelfsprekend valt ook het woord ‘sadisme’.
Het was niet de eerste maal dat Hermans en Ceci zoiets aanrichtten.
Zo hadden ze een maand eerder een man aan de chauffage geketend, gefolterd én gefilmd.
Ze hadden zich verweerd met te zeggen dat het ‘om te lachen’ was.

Uiteraard aanvaarden de advocaten van de nabestaanden een slechte jeugd niet als verklaring.
‘De dochter van het slachtoffer heeft ook veel moeten missen, maar heeft zich erboven geknokt. Neem haar als voorbeeld in plaats van hier uit te pakken met zelfbeklag.’


Advocaat Bert Partoens, met kantoor tegenover het gerechtshof, zette als raadsman van broer Van Wordragen alles nog eens dik in de verf.
Hij noemde Hermans en Ceci partners in crime.
‘Ze zijn grootmeesters in de kunst van het nietsdoen.
Zij studeren niet, zij werken niet, zij blinken uit in drinken, drugs gebruiken en iedereen het leven zo moeilijk mogelijk te maken.’

Bert heeft het over mannen met een hoog loser-gehalte.
Ook over lafaards.
‘Met twee man tegen een man zonder gebit en zonder schoenen…’


Begin er maar eens aan, als verdediger

De verdediging zingt de schlager van twee verstoten jongemannen, van dag tot dag en van uur tot uur op zoek naar basisbehoeften zoals een slaapplaats, eten en veiligheid.
‘Ze wilden dat verdringen, vluchtten in alcohol en drugs en hebben verkeerd gereageerd.’
Ja, heel verkeerd.

Francis Mens en Viola Selina, advocaten van Jarrit Hermans, kleurden het zwartwitbeeld ietwat bij. ‘Zijn slechte jeugd, zijn laag zelfbeeld waardoor hij alles zou doen om erbij te horen, zijn ADHD en autisme en zijn uitzichtloze situatie nadat hij door drank en drugs dakloos werd. Vanaf de eerste ontmoeting met Stefano Ceci is het zo mogelijk nog erger geworden.

Daar was Marthe Piette als advocate van Ceci het niet mee eens.
Ze betwist tevens wel de voorbedachtheid.