Die Goede Vrijdag van Toen

Ik heb de tijd gekend dat op Goede Vrijdag om 15 uur het land even werd stilgelegd. Trams stopten. Treinen reden niet verder. Fietsers bleven staan. Mensen knielden of namen hun pet of hoed af. Op kantoren en in fabrieken was er een moment van ingetogenheid. In de kerken werden alle lichten gedoofd, ook de kaarsen.

Vrijdag 15 uur was de dag dat, volgens het testament, Jezus stierf aan het kruis.
Met naast zich een Goede en een Slechte Moordenaar.

En drie dagen later zou Jezus verrijzen uit het Graf.
Pasen, de Verrijzenis, het nieuwe begin.

Het is nu al jaren dat ik daar niets van merk.
De studenten in de familie en in de buurt weten niet waarover het gaat.

In onze media: geen woord, geen letter.
Een volk dat niet meer weet vanwaar het komt.
Geen kwestie van geloven of niet geloven.
Een kwestie van cultuur.

De Stilte van Goede Vrijdag, 15 uur
De stilte rond 15 uur.
Het gebed en de kruistekens om 15 uur.

De kerkklok verwittigde iedereen.
Op de radio klonk de hele vrijdagnamiddag zogeheten aangepaste, dus droeve muziek.
Fabrieken lieten hun schoorstenen een korte snik geven.
Overal lag het werk stil, eventjes.

15 uur, het uur dat Jezus aan het kruis stierf
en al de rest daarna.

Weinig mensen zouden het aangedurfd hebben om 15 uur op straat te lopen of geen eerbied te tonen.

Ik heb het geweten, op de redacties van de toen Grote Vlaamse Katholieke Kranten dat er stilte heerste en gebeden werden gepreveld.

Ik heb het meegemaakt op de Emiel Jacqmainlaan in Brussel, op de sportredactie van Het Nieuwsblad-Sportwereld.

Hoe al wie kon, tot hoofdredacteur Joris Jacobs toe, kort voor 15 uur verdween in één van de muffe telefoonhokjes waar redacteurs hun telefonische interviews deden en iets na 15 uur terug verscheen.

De redacteurs en redactiebedienden die op het signaal van 15 uur toch een kruisteken maakten, kan ik bij naam noemen, maar het heeft toch geen zin meer.