Ja, het is warm, deze augustus 2018.
Nee, niet warm, het is heet.
Vandaag ondraaglijk heet,
gevaarlijk heet,
zelfs dodend heet.
De gazetten schrijven er veel over.
Op tv kunnen ze er niet over zwijgen.
Zo min als over de ultieme overkomst van Afrikaanse mannen naar Europa.
Zo te lezen waren de zomers van
1911,
1947,
1976,
2014
en 2018
de ergsten ooit.
Nee, niet die van 1911,
maar wel over gelezen en gehoord.
De zomer van 1947.
Tussen drie en vier jaar was ik.
Er blijven scherpe herinneringen,
tot op vandaag.
Ik moet aanleg voor een sterke memorie gehad hebben.
Mijn enig pluspunt.
Zeker tijdens de oorlogsjaren.
Ook nog lang daarna.
Daar waren geen bombardementen of vliegende bommen.
En daar was bij de boeren aan gezond eten te geraken,
desnoods gesmokkeld of gestolen.
Een vuil kind,
naar stadsnormen.
Eenmaal per dag met een washandje over je gezicht wrijven.
Om de week,
of om de twee weken,
helemaal wassen aan een teil.
En gewend worden aan een plank met een gat in als gemak.
En krantenpapiertjes,
niet om te lezen.
Om de intieme schoonmaak.
Binnen heerste een Westminster.
Ook om het kwartier een muziekje.
En om het uur nadrukkelijke slagen.
Eenmaal om 1 uur,
Tweemaal om 2 uur,
Enz…
Grootvader die,
in de hitte en in het stof,
op het koertje,
met een verschrikkelijk grote schaar
tapijten zat te knippen.
Tapijten die
in ruwe vorm
in een fabriek,
iets verderop,
geweven werden.
Hoe jong ook,
ik heb het jaren gedaan.
Die ijzeren kan met smalle hals,
moest ik onderweg wel twintigmaal op de grond zetten,
zo zwaar was ze.
In mijn gedacht dan toch.
Restanten werden bewaard
in een zogeheten koude kelder,
waar geen licht binnen kon
en waar de muren vochtig waren.
Frigo’s waren iets voor rijke mensen,
en dat waren wij zeker niet.
Het analfabetisme was de tuberculose van die tijd.
Nee, dom waren ze niet.
Maar als kind werkten ze al in de fabriek.
Dus geen school.
De zwaluwen vlogen laag en aten de muggen.
Over weggelopen mannen,
over mannen die hun vrouw afranselen,
over bedronken mannen,
over mannen die te braaf zijn,
over “kaai” (kwade) mannen,
over mannen die de dom zijn om te helpen donderen,
over vrouwen die veel te goed zijn,
over slechte moeders en onhandelbare dochters,
over te snelle of moeilijke zwangerschappen,
over mensen die niet lang meer te leven hebben,
over slechte doktoors,
over cafégevechten en waarom,
over deurwaarders die winkels en huizen leeghalen
en politiemannen die vaak smeerlappen zijn,
over pastoors die raar doen,
over den Amerikaan,
den Duits,
den Engelsman
en de Rus.
Over de Koning
– hier “konning” genoemd
en of die moet blijven of terugkeren.
Ik was te jong om te weten waarover het ging.
Daar hoorde ik over de socialisten
die voor de werkman opkwamen
en katholieken die niet te vertrouwen waren
en liberalen die er alleen zijn voor de rijke mensen.
Die avonden trok ik van het ene naar het andere groepje
om naar de discussies te luisteren,
totdat iemand begon te schelden of te tieren.
Ik heb nooit goed geweten wie gelijk had.
Toch één ding heb ik onthouden:
dat de kleine man
altijd en overal
opzij wordt gezet.
Toen en nu.
De zomer van 1947 eindigde uiteraard met onweders.
Natuurgeweld dat de werkmanshuisjes rond La Turnhoutoise
voor de zoveelste maal
onder water deed lopen.
Als kind vond ik dat leuk:
helder water 10 cm hoog in de woonkamer en keuken.
En barrevoets in dat water stappen.
Ik besefte de miserie niet.
“Ze laten ons, het werkvolk, in de steek,”
hoorde ik toen al roepen.
Ik heb het onthouden.
Gilberte Bracke uit Sint-Amandsberg
Wie kan deze onvergetelijke herinneringen mooier beschrijven dan Gust?
Al een paar keer herlezen om dit weer te herbeleven.
Nadine Beeckaert uit Deinze
Graag gelezen en veel herkenningspunten, alhoewel ik later op deze aardkluit gekomen ben.
Oorlog heb ik niet meegemaakt, maar wel vele andere heerlijke passages .
Tine Delcol uit Leuven:
Amaai, toen ook de Rus, den Amerikaan en den Duitser ..
Alles herhaalt zich.
Mooi geschreven, Gust.
Het was alsof ik naast je stond.
Beetje jaloers over dat gelukkig zijn, als kind.
Prachtig Gust!
Die volkse wijsheid, ook in de jaren ’60, thuis in Heist op den Berg.
Elke dag buren over de vloer waar ik als kind ongeveer dezelfde verhalen hoorde.
Mensen die dag en nacht werkten, o.a. de boeren (zoals mijn vader) werden in de steek gelaten.
En inderdaad in 2018 is het niet anders.
Francine Slootmans uit Kasterlee
Prachtige tekst.
Zwara jaren, maar het leven was simpel.
Werken… de simpele mens, en dat is nog steeds zo.
Geen luxe, geen poespas in die tijd…en maar goed ook.
Het was beter maar zwaar, doch gewoon…en leefbaar.
De mensen kenden elkaar nog…kwamen buiten en vertelden over de dag die voorbij was…
Doet me denken aan Dorp van Wim Sonneveld, ook zo mooi.