Advocaat John Maes over de geknipte vleugels van de onderzoeksrechter

Wij zijn altijd al fan geweest van de Antwerpse advocaat John Maes (1968),
vooral dan zijn 25 seances
op het Hof van Assisen.

Hoewel hij al jarenlang beweert niet voluit te geloven
in de formule van rechtspreken via een volksjury,
heeft hij voor dat Hof van Assisen onvergetelijk sterke prestaties neergezet,
te danken aan zijn verbaal talent,
zijn ingestudeerde lichaamstaal
en zijn geloofwaardig uiterlijk.

Had John zich tot deze materie beperkt,
hij zou vandaag herdacht worden
als één van de allergrootsten.

En hij heeft het vak geleerd bij
de allergrootste van zijn tijd:
Werner Lens (90) voor wie dringend ergens een standbeeld
of minstens een borstbeeld
zou moeten onthuld worden.

Behalve echte toppleiter voor het Hof van Assisen,
is John nog veel meer.

Zijn palmares leest als dat van Eddy Merckx.
Zo komt dat hij tegelijk een gezaghebbende stem is bij de balie.
Zoals zijn stukjes op de digitale pagina’s van het vakblad Jubel.be.

Uit het januarinummer hebben we met gele fluor zijn opinie gemarkeerd
over wat de onderzoeksrechter te wachten staat,
tenminste als justitieminister Geens
daar zijn zin kan doordrijven,
iets wat in vele gevallen niet zo zeker is.


We lezen uit het dicteerapparaat van John Maes:

“…Het Wetboek van Strafvordering en het Strafwetboek staan voor een grote omwenteling.
De wetgeving, die dateert uit de 19e eeuw, is volledig achterhaald
en vraagt om een krachtdadige update.

Ook de rol van de onderzoeksrechter wijzigt grondig.
Wat zijn de continuïteiten in het huidige en het nieuwe systeem?

Welke ingrijpende veranderingen aangaande de functie van de onderzoeksrechter binnen een juridische procedure zijn er op til?


Van twee naar één vorm(en) van onderzoek

In het nieuwe systeem stapt justitie af van de twee bestaande soorten onderzoek.
Op dit moment wordt het opsporingsonderzoek enerzijds uitsluitend uitgevoerd door het Openbaar Ministerie en is het gerechtelijk onderzoek anderzijds in handen van de onderzoeksrechter.

Bij de doorvoering van de hervorming van het Wetboek van Strafvordering,
zal dat onderscheid echter verdwijnen.

Daardoor zal er nog slechts één vorm van onderzoek bestaan waarbij het Openbaar Ministerie de volledige verantwoordelijkheid draagt.


Toch zal het Openbaar Ministerie
in sommige gevallen
moeten terugkoppelen naar een ‘rechter van het onderzoek’,
met name de onderzoeksrechter in zijn nieuwe functie.

De onderzoeksrechter zal niet meer de magistraat zijn
die mee onderzoekt in het gerechtelijke onderzoek.

In de plaats daarvan zal het Openbaar Ministerie
hem of haar moeten contacteren
bij het stellen van onderzoeksdaden
die ingrijpend zijn voor het privéleven van de betrokkenen
zoals bij een huiszoeking
of bij een voorlopige hechtenis.


Daarnaast zal een onderzoeksrechter de functie vervullen van beslissingsnemer
bij inzage in het dossier
of bij eventuele vrijgave van inbeslaggenomen goederen.

De rol van de onderzoeksrechter bij voorlopige hechtenis

De onderzoeksrechter vervult bovendien een bijzondere rol
inzake de procedure bij voorlopige hechtenis.

Eens de procedure van aanhouding gestart is,
zal de onderzoeksrechter immers instaan voor de maandelijkse controle.


De raadkamer zal,
in tegenstelling tot vandaag,
nog slechts éénmaal tussenkomen
namelijk binnen de eerste vijf dagen na aanhouding.

Indien de hechtenis bevestigd wordt,
zal de onderzoeksrechter de uiteindelijke taak waarnemen om
van maand tot maand
de hechtenis te beoordelen.


Conclusie

Het Openbaar Ministerie heeft in dit nieuwe systeem dus de verantwoordelijkheid om het onderzoek van begin tot einde te voeren.

De rol van de onderzoeksrechter krijgt daardoor een vernieuwde invulling.

Waar de onderzoeksrechter vandaag voornamelijk aangesteld wordt als “onderzoeker”,
zal hij na de hervorming van het Wetboek Strafvordering eerder als “rechter” optreden.

Hij of zij blijft echter een belangrijke stempel drukken als controleorgaan op het goede verloop van het onderzoek en op eventuele te nemen maatregelen waarvoor diens toestemming nodig is.

Uit Jubel.be/januari 2019