Memories – “Ik had die nieuwe bril nooit mogen kopen”

Tot ik dan eindelijk,
na jaren van verval
en gedoe op de tast,
een nieuwe bril ben gaan halen.

Zelfs twee, voor de prijs van één.
Bezweken voor een reclame op de radio die ik tweemaal daags hoorde.

Ja, ik sta er goed mee.
Zeggen de mensen.
En ik geloof dat ze het menen.

In de winkel zag ik dieptes en details waarnaar ik de voorbije jaren had moeten raden.
Ja, het was goed zo.

Thuis heb ik mezelf bekeken voor de spiegel.
Nee, het was niet goed zo.

Zag ik in de weerkaatsing een oude man
die ik als mezelf herkende?
Die rimpels en mondgroeven had ik
met die oude bril
nooit gezien en nooit vermoed.

En dan die blik
die verraadt wat binnenin woedt.

Ik weet het al langer.
De leeftijd is vele jaren een vrijgevige vriend.
Tot de voorraad vriendschap opgebruikt is.

Volgt dan de periode van stille onverschilligheid.

Finaal wordt leeftijd een taaie vijand.
Hij laat alles sneller draaien.
Je vertrekt altijd vroeger en toch kom je overal laat.

Je leest, ziet en hoort meer dan vroeger
maar je leest niet meer wat de anderen lezen,
je ziet niet meer wat de anderen zien,
het ontgaat je wat anderen interessant vinden.

Jouw interesses zijn,
met de jaren,
al lang niet meer de items van de anderen.

De kinderen hebben
al vele jaren
hun eigen leven
en hun eigen zorgen
die je enkel kan vermoeden.

Blijven de kleinkinderen waar het tot het laatst om draait.

Volle twintig jaar nu al
en je hebt er alle dagen van genoten.

Je hebt lang niet willen zien dat die kleinkinderen
niet meer die volmaakte kleine mensjes zijn
die hier altijd in huis waren
als je beste vrienden
met wie je zo veel hebt gedeeld.

Nu je ze graag héél véél zou willen zien,
komen ze véél minder.

Natuurlijk komen ze nog graag,
heel graag zelfs.

Al zo vele jaren
zonder ruzie of harde woorden.

Het blijven de bovenste beste kinderen.

Maar ze hebben nu zo weinig tijd,
wie wel?

De digitale wereld is de hunne
en hun digitale wegen leiden ook af en toe naar ons,
in geschreven woord en mooie foto.

Ooit wisten we alles over hen,
van stoelgang tot koorts,
van losse tandjes tot schoolse verdrietjes.

Vandaag weet je minder, soms niets.
Je moet er om vragen.
De antwoorden zijn met respect
maar zuinig en voorzichtig.

Ze bouwen gulzig hun nieuwe wereld op,
wat goed is voor later.

Hun netwerk heeft ons netwerk opgeslokt.

En dan kijk je rondom je
en dan ken je bijna niemand meer.

Waar zijn ze gebleven?
Velen die je vroeger levend kende,
zijn nu dood.

Je weet het van de rouwberichten in de krant
of leest het in de vitrine van de begrafenisman
in het dorp.

Hoeveel van hen hadden nog een nieuwe bril gekocht
en hebben nog horen zeggen dat ze er écht goed uit zagen?

21 augustus 2018