Met de woorden van Piet Van Eeckhaut, zoals hij alleen het kon zeggen

Een pientere tv-zender had een maand lang veel aandacht voor een dik dossier en een groot proces waarin wijlen Piet Van Eeckhaut een grote rol speelde en toen aan de kant stond van een “kleine man” die “heel rijke mensen” iets heel ergs had aangedaan.
In deze serie mochten wij ook meespelen.


We hebben het erover in onze memoires en schreven er 25 jaar geleden al een eerste boek over.


We laten Piet hier nog eens aan het woord in zijn onnavolgbare,
vaak nageaapte maar niet geëvenaarde stijl.


Letterlijk genoteerd in december 1994.
Eén van de vele tussenkomsten van Piet Van Eeckhaut,
altijd op hoog niveau.
Als ge dat vergelijkt met het raaskallen,
vandaag,
in onze rechtszalen.

Gent-Centrum/december 1994


“… Mijn vrouw Nadine,
zij die mijn zorgen en mijn vreugden deelt,
heeft mij in mijn leven veel doen reizen.


Mocht zij er niet geweest zijn,
ik zou dat niet gedaan hebben.


Maar zij doet mij ook dromen verwezenlijken,
op die manier.


Zo heeft ze mij
de vorige zomer
meegevoerd naar Jeruzalem,
de driemaal heilige stad.
De drie monotheïstische godsdiensten
vinden daar immers hun zetel:
het jodendom,
het christendom,
de islam.


Ik heb de oude stadsmuren bezocht.


Vroeger,
in de tijd van Jezus Christus,
was er een poortje
dat zooo klein was
in deze stadswal van Jeruzalem,
zo vertelde men mij ter plaatse,
dat de naam was:
“het oog van de naald”.
Zo klein was dat poortje.


De profeet zegde daarover:
“Het is gemakkelijker voor een kameel
om door het ‘oog van de naald’ te gaan
dan voor een rijke
om in het rijk der hemelen te komen.”
En een kameel was vaak opgetuigd, zwaar beladen.
En het poortje was klein.


Los van de woordspelingen,
is het dus duidelijk:
de rijkdom
– niet te vereenzelvigen met een rustige en relatieve materiële welstand –
is niet overeen te brengen met de moraal.


De rijkdom verderft.
Zo durf ik hier te stellen dat men ons het argument
van de geldzucht als motief
niet moet tegenwerpen.


Met al mijn
– reeds vaak uitgesproken –
eerbied voor het lijden van de burgerlijke partij
en met al mijn totale afkeuring voor de ontvoerders,
mag het gezegd worden
dat de familie De Clerck een rijke familie is.


Welnu,
ondanks het katholicisme,
ondanks de steun van de kerk voor de rijken,
is het bijbelse christendom afkerig
van dit soort verzamelen van geld en macht…”


Het volledige proces,
bijna alles letterlijk genoteerd, lees je in ons boek “Het waren Lieve Boeven”


Interesse?
Stuur ons een berichtje.