LIT 29 – Gerard Walschap (in 1941 over 1914) – “Gust zat met niets in en vocht gelijk de duvels”

…Gust vocht overal,
te Luik,
te Haelen,
te Vilvoorden
en te Waelhem.


Hij zat met niets in
en vocht gelijk de duvels.


Hij was mee van de leste om uit Antwerpen
naar de Vlaanders te vluchten.


Het geluk tegen hem,
zijn regiment werd afgesneden
en
zonder dat hij goed wist hoe,
zat hij met de mannen in Holland
en moest zijn geweer afgeven.


Maar nog eens gevangen zitten zeker,
nee nee,
zoo niet, dacht Gust.


Hij ging loopen
en
na twee dagen was hij weer terug in ’t Bels.


Op de grens kreeg hij een werkmanskostuum
en geen apprentie van nog op het front te geraken.


Terwijl hij zoo in de grachten lag
en sliep onder stroomijten
kreeg hij heimwee naar zijn dorp.


God weet hoe hij
van ginder achter in de Vlaanders
weer in Brabant geraakte.


Maar
op nen avond
was Cecile in den stal aan ’t doen
dat Gust daar opeens achter haar stond
en zei:
“Dag Cecile.”


Ze meende dat ze doodviel van ’t verschieten.


 

Uit
het boek
“Volk”

van
Gerard Walschap

Gepubliceerd in 1941