12/03/2017 – We vroegen het hem zélf – Koen Geens ook niet gelukkig met afbraak Hof van Assisen?

Nee, justitieminister Koens Geens klinkt niet gelukkig over de brutale afbraak van de volksjury en het Hof van Assisen en ook niet over de manier waarop de magistraten zich gulzig bedienen van de gewijzigde wet op de verzachtende omstandigheden om zowat alle dossiers uit het Hof van Assisen weg te houden en te laten behandelen in de chaos van overwerkte en onderbemande correctionele rechtbanken en, in tweede zit, voor de al even krakkemikkige Hoven van Beroep.




Die indruk heb ik overgehouden aan een lange monoloog van de minister en een aansluitend gesprek dat ik daarover met hem had, in Lier, midden februari 2017. Hij heeft me uitgenodigd ons gesprek over het nieuwe Hof van Assisen snel verder te zetten.

Ik zal het daarover later en ruimer hebben in een volgend boek, nog meest omdat ons gesprek niet de vorm had van een interview en de eerdere exposé overigens gebeurde in een beperkte kring met enkele magistraten erbij.


Ja, Koen Geens kan het goed uitleggen en is plankvast, vanuit zijn ervaring als lesgever en professor.
Hij heeft bijwijlen iets van Toon Hermans, in zijn vondsten.

Zijn betoog over de Nieuwe Justitie brengt hij meerdere malen per week voor studenten, ouderen, advocaten, magistraten en groepen die er belangstelling voor hebben.

Hij gebruikt levensgrote sliders, leesbaar tot op 50 meter.


De vernieuwing van Justitie is nodig.
Er wordt gewerkt zonder zinnige structuur in ongeschikte gebouwen door vaak moedeloze, zelfs fatalistische mensen waarvan de meesten op de verkeerde plaats zitten.


Hij is niet zuinig met kwinkslag-kritiek op de verstarring van de magistratuur die uitblinkt in klagen en zagen maar geen overvloed aan vindingrijkheid kan aangewreven worden.


In ons gesprek gaf hij o.a. toe lang geaarzeld te hebben met zijn wetsontwerp om iets te wijzigen aan het Hof van Assisen.
“Dat raakt de mensen, ze zijn daar mee bezig.”
en
“Ik wist dat ik sommige journalisten over me heen zou krijgen.”


Het gegoochel met cijfers van een genie in Gent dat de gedachte lanceerde dat een proces voor het Hof van Assisen vijfmaal meer kost dan een behandeling voor een correctionele rechtbank, was géén argument voor Koen Geens.


Althans zo zegt hij ons.

“Andere hoge magistraten hebben dat snel tegengesproken.”
“Overigens, het is niet alleen een kwestie van geld.”

“We weten inderdaad niet wat de nieuwe formule zal kosten.”


Sterkste argument was …. Europa.
“Ze gaan niet langer aanvaarden dat er tegen een uitspraak van een Hof van Assisen geen beroep mogelijk is.”


Over dingen
die zelfs de minister van Justitie niet weet

Verder klinkt het dat hij ook niet weet waarom sommige dossiers WEL en andere dossiers NIET naar het Hof van Assisen worden verwezen.


We hoorden het verschil noemen tussen de Kasteelmoord en de moordende diaken in West-Vlaanderen. De ene niet, de andere wel.


Hij vindt het Hof van Assisen nog altijd het beste medium voor passionele moord en doodslag.
“Terrorisme, dat vind ik minder geschikt voor een volksjury.”
“Mensen hebben schrik om te zetelen.”


We blijven achter met de indruk dat Koen Geens zich gerold voelt door zijn magistraten die de gewijzigde wet op de verzachtende omstandigheden tot in het belachelijke, nee het schandalige toepassen om het Hof van Assisen te ontwijken.


De schande
van de Verzachtende Omstandigheden

 

Op maandag 20 februari 2017 krijgen we in Het Belang van Limburg een bevestiging:

 

“… het kabinet van justitieminister Koen Geens bevestigt nogmaals dat het Hof van Assisen in principe NIET afgeschaft is. ALLEEN als er verzachtende omstandigheden zijn, MAG een zaak naar de correctionele rechtbank…”

 

“… Maar die zijn er vaak te vinden: nog geen strafblad, jeugdige leeftijd van de dader, het karakter van het slachtoffer, de aanleiding tot de moord, een oprechte spijtbetuiging… ”

 

“Wij hebben geen enkele invloed op welke zaak wel of niet voor het Hof van Assisen komt, dat is de rol van de Kamer van Inbeschuldigingstelling.”

 

“Daarin zetelen drie rechters die onafhankelijk beslissen. De minister komt daarin niet tussen.” 


In 2019 weer alles anders?

Hoe het nu verder moet?
Wat met de zogeheten “criminele kamers”, zijnde een kruising van assisen en correctionele rechtbank?
De minister denkt aan één rechter, experts en een ingeperkte jury.

-“Dat wordt in een voorontwerp aan de ministerraad voorgelegd en dan besproken in het parlement.”
-“Timing is 2019.”


Onder voorbehoud van het resultaat van de volgende verkiezingen.
Misschien wordt de bestaande coalitie dan volledig weggeveegd en beginnen we opnieuw aan een hervorming die 20 jaar duurt.


Gust Verwerft
– maandag 20 februari 2017